Ellen werkt al twaalf jaar bij DELA. Ze begon als locatiemanager in Maastricht en kreeg er gaandeweg steeds meer locaties bij in Zuid-Limburg. ‘In mijn functie vond ik het ontzettend leuk om mijn team te stimuleren in hun ontwikkeling: Wat kun je al goed? Waarover wil je nog meer leren? En vooral ook: Welke vaardigheden wil je verder ontwikkelen? Als verantwoordelijke voor het nieuwe opleidingsprogramma kan ik mijn ervaringen inzetten voor alle collega’s en locaties in het land. Voor mij is dat natuurlijk een fantastische uitdaging.’ 

Het nieuwe opleidingsprogramma zet de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers centraal. ‘Welke vaardigheden wil je verbeteren? Maar ook dingen als: Hoe werk jij samen met je team? Hoe maak je gebruik van elkaars kwaliteiten zodat je samen nog beter kunt presenteren voor leden en gasten? Durf je feedback te geven en te ontvangen? Met het nieuwe opleidingsprogramma hebben onze medewerkers straks meer regie over hun persoonlijke ontwikkeling. Natuurlijk in afstemming met de leidinggevende.’ Daarbij zijn sommige trainingen verplicht en andere optioneel, benadrukt Ellen.  

De medewerkers krijgen dus de ruimte zich optimaal te ontwikkelen, op een manier die bij ze past. Daardoor beheersen ze de verschillende vaardigheden die er voor het werk nodig zijn straks nog beter. ‘Onze medewerkers kunnen zo optimaal inspelen op de wensen van de overledenen en nabestaanden’, benadrukt Ellen.  

Een belangrijke rol binnen het nieuwe programma speelt het naleven van protocollen. Ellen: ‘Binnen onze branche hebben we allerlei kwaliteitsnormen die we op hoog niveau naleven. Bij de verzorging van overledenen zijn er bijvoorbeeld duidelijke protocollen die zijn getoetst aan de wetgeving. Iedereen leert die bij ons als basis, maar de locaties verschillen wat in hun aanpak. Met het nieuwe programma trekken we dit gelijk en volgen al onze verzorgers dezelfde training. Dat maakt het ook makkelijker om opfristrainingen aan te bieden of verbeteringen door te voeren, want je weet dat iedereen dezelfde kennis heeft.’ 

Ellen vult aan: ‘Dankzij het programma is het voor managers straks ook veel zichtbaarder waar hun mensen staan: Welke inhoudelijke trainingen hebben ze al gevolgd? Hoe verloopt de persoonlijke ontwikkeling? Op welke vlakken kan ik ze als manager nog meer ondersteunen? Ook dat helpt ons natuurlijk om onze dienstverlening zoveel mogelijk te verbeteren.’ Het artikel gaat verder hieronder.

Het programma sluit aan bij wat onze medewerkers in de praktijk tegenkomen. Om nieuwe medewerkers daarvan meteen een goede indruk te geven, wordt er gestart met twee trajecten: eentje voor het inwerken van nieuwe locatiemanagers, eentje voor het inwerken van nieuwe collega’s. De trajecten vullen het DELA-brede onboarding programma aan. Daarna worden de meer taakgerichte trajecten en de trajecten over de persoonlijke ontwikkeling uitgerold. Die gaan bijvoorbeeld over het verzorgen van overledenen, het bedienen van een crematieoven of het omgaan met het nieuwe horecaconcept. Maar ook over onderwerpen zoals inlevingsvermogen en persoonlijke effectiviteit.  

Het programma combineert verschillende leervormen. Ellen: ‘We gaan bijvoorbeeld werken met e-learnings. Daardoor kunnen collega’s op hun eigen moment en tempo leren. Daarnaast bieden we interactieve opdrachten aan waarmee ze het geleerde meteen in de praktijk kunnen toepassen. Omdat mensen graag indrukken delen, willen we ook de uitwisseling met collega’s op andere locaties mogelijk maken.’ Ellen benadrukt dat de onlineonderdelen de klassikale, fysieke contactmomenten aanvullen, maar niet volledig vervangen. ‘Het wordt echt een mix van verschillende leervormen.’ 

Alle trainingen worden ontwikkeld in samenwerking met interne ervaringsdeskundigen en specialisten. Daarnaast wil Ellen veel gebruik maken van externe kennis. Die externe kennis kan komen van binnen of buiten de branche. ‘Dat werpt een ander, verrijkend licht op waar we dagelijks mee bezig zijn.’ 

Ellen besluit: ‘Dankzij het nieuwe programma kunnen we onze leden en nabestaanden nog beter ondersteunen. Dat is natuurlijk het allerbelangrijkste. Daarnaast hoop ik dat onze collega’s de ruimte voelen om stappen te zetten. In welke vorm dan ook, op een manier die bij ze past.’

Ellen benadrukt dat het programma nooit af gaat zijn. Want onze branche is dynamisch en vraagt steeds weer om nieuwe, verbeterde vaardigheden. ‘Het is onze taak om het programma actueel te houden en steeds opnieuw af te stemmen op de wensen van alle betrokkenen. Als ons dat lukt, ben ik een tevreden mens.’