Leonie merkt dat Noord-Hollanders vaak niet weten hoe divers en individueel het afscheid vormgegeven kan worden. ‘Als ik rondleidingen geef door het crematorium, vertel ik daarom graag het verhaal van een man die heel bekend was in de paardenwereld. Hij werd met paard en koets naar zijn uitvaart gebracht en tijdens de dienst zaten zijn kleinkinderen op strobalen om de kist heen. Allemaal met een hoedje van opa, want daarvan had hij er erg veel. Bijna iedereen die dat verhaal hoort, zegt: ‘Oh, dat kan ook?’ Door dit soort verhalen te vertellen, gaan mensen nadenken over hoe hun eigen afscheid eruit mag zien.’
Leonie en haar collega’s doen er alles aan om de dood en het afscheid in hun regio bespreekbaar te maken. Ze organiseren regelmatig lezingen, geven rondleidingen en nodigen verschillende doelgroepen uit. ‘Laatst hebben we bijvoorbeeld een aantal kraamverzorgsters uit de regio op bezoek gehad: we hebben met ze gesproken over de mogelijkheden van een babyafscheid. Daarnaast heeft de Belgische filmmaakster Lieve Blancquaert een lezing verzorgd over hoe andere culturen afscheid nemen en informeren we mensen over hun digitale nalatenschap.’
Leonie merkt dat de openheid waarmee ze de mensen uit de regio ontvangen, vaak een deurtje opent tot gesprekken. Niet alleen op de werkvloer, maar ook thuis. ‘Nadat ze bij ons zijn geweest, zeggen mensen makkelijker tegen elkaar: Hoe zie jij je afscheid eigenlijk voor je?’ Ze benadrukt dat dat soort gesprekken erg belangrijk zijn. ‘Als je erover nadenkt en er samen over praat, is de week van het afscheid vaak minder beladen. De emoties in combinatie met de twijfel over of je het juiste doet en organiseert, komen dan veel minder allemaal in die ene week op je af. Dat helpt ook in de periode erna, bij de rouwverwerking.’
Noord-Hollanders vinden het niet alleen moeilijk met elkaar over de dood te praten, ze vinden het ook lastig hun kinderen erbij te betrekken. Ook op dat vlak willen Leonie en haar team een belangrijke rol spelen. Speciaal voor scholen bieden ze het lesprogramma ‘doodgewoon in de klas’ van het Uitvaart Museum Tot Zover aan. Het legt op een begrijpelijke manier uit wat er gebeurt als iemand overlijdt. ‘Laatst hadden we een groep 7-8 op bezoek. De ouders en docenten vonden het best spannend, maar de kinderen liepen gewoon overal naar binnen. Bij de verzorgruimte zeiden ze bijvoorbeeld: Het is net een kapsalon, daar liggen ook krultangen en make-up! Ook in de ovenruimte stelden ze hele pure, open vragen, zoals: Hoe heet wordt het in de oven? Brandt het daarbinnen? En wordt de kist ook mee verbrand? Kinderen gaan over het algemeen veel natuurlijker om met de dood en het afscheid dan volwassenen. Als we ze er nu al mee in contact laten komen, kunnen ze er vaak ook beter mee omgaan als ze volwassenen zijn.’
Ondanks de terughoudendheid rondom het thema merkt Leonie dat de uitvaarten in haar regio anders worden vormgegeven dan vroeger. ‘In de kleine gemeenschappen die nog een parochie hebben, wordt er nog veel voor een begrafenis in de kerk gekozen. Dat zie je met name in de kop van Noord-Holland.’ In de rest van de regio worden uitvaarten steeds diverser en minder traditioneel. ‘In Alkmaar is twee, drie jaar geleden een natuurbegraafplaats geopend. Daar wordt veel gebruik van gemaakt. Ook wij merken dat mensen steeds meer kiezen voor een afscheid in de natuur. We hebben een prachtige buitenaula waar de gasten op boomstammen om de overledene heen zitten. Het is heel natuurlijk en intiem en er wordt steeds meer gebruik van gemaakt.’
Ook binnen merkt Leonie dat de mensen steeds meer behoefte hebben aan een informeel samenzijn. ‘We hebben een kleine ‘huiskamer’ waarbij de overledene midden in de ruimte staat en de gasten er op banken omheen zitten. De sfeer is ontspannen: er wordt geproost en er worden verhalen gedeeld over de overledene. Zo’n tien jaar geleden vond één op de vier plechtigheden plaats in onze huiskamer, inmiddels zijn het er één op de drie.’
'Nadenken en praten over de dood is nadenken en praten over het leven', zegt Véronique Klaassen, directeur Uitvaartverzorging bij DELA. 'Hopelijk sporen de resultaten van ons Nationaal Onderzoek naar de Dood mensen aan te bedenken wat zij echt belangrijk vinden. Als nabestaanden weten wat de wensen waren, helpt hen dat om het afscheid zo persoonlijk en waardig mogelijk vorm te geven. Dat draagt vervolgens bij aan een goede rouwverwerking.'
Uit dit onderzoek dat in opdracht van DELA door onderzoeksbureau Markteffect is uitgevoerd, blijkt onder andere dat meer dan 85% van de Nederlanders weleens nadenkt over hun eigen overlijden. Maar slechts een krappe meerderheid (51%) spreekt hier weleens over met familie of vrienden.
Wij, en derde partijen, maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website goed functioneert, om jouw voorkeuren op te slaan, om inzicht te verkrijgen in bezoekersgedrag, maar ook voor marketing en social media doeleinden (laten zien van gepersonaliseerde advertenties). Door op ‘Accepteren’ te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies. In onze Cookieverklaring kun je meer lezen over de cookies die wij gebruiken en kun je jouw voorkeuren opslaan of wijzigen. Door ‘Weigeren’ te klikken ga je alleen akkoord met het gebruik van functionele cookies.